1.4.5 Schuldeisers met specifieke vorderingen op een ondernemer/onderneming

Een vordering valt normaal gesproken in de heffingsgrondslag van box 3 en wordt daarmee in de forfaitaire rendementsheffing betrokken. In art. 3.3 lid 3 Wet IB wordt echter een uitzondering gemaakt voor schuldvorderingen die feitelijk als eigen vermogen van een onderneming moeten worden beschouwd. Als dat het geval is, wordt de opbrengst als winst uit onderneming in box 1 belast. De bezitter van een dergelijke vordering wordt een winstdelende crediteur genoemd.

Het gaat om geldverstrekkingen:

– waarvan de rentevergoeding grotendeels winstafhankelijk is;

– waarbij de lening achtergesteld is ten opzichte van alle andere concurrente schuldeisers; en

– waarbij sprake is van een onbepaalde looptijd van de lening (of een looptijd langer dan 50 jaar).