Module4_Winst_en_DGA-4

2.1 Inleiding

Belastbare winst uit onderneming

De belastbare winst uit onderneming bestaat op grond van art. 3.2 Wet IB uit de winst uit onderneming minus de ondernemersaftrek (art. 3.74 Wet IB) en de MKB-winstvrijstelling (art. 3.79a Wet IB). Op de ondernemersaftrek en de MKB-winstvrijstelling wordt in onderdeel C nader ingegaan.

De winst uit onderneming is het bedrag van de gezamenlijke voordelen die worden verkregen uit een onderneming (art. 3.8 Wet IB). De gezamenlijke voordelen bestaan niet alleen uit de jaarlijkse winst die met de reguliere ondernemingsactiviteiten behaald wordt, maar hier behoren ook de volgende voordelen toe:

Incidentele baten

– de incidentele baten die behaald worden bij de vervreemding van vermogensbestanddelen (zoals de verkoop van een ondernemingspand);

Voordelen ­privéverbruik

– de voordelen die de ondernemer geniet doordat hij goederen uit de onder­neming privé verbruikt (zoals de winkelier die levensmiddelen uit zijn winkel haalt voor de lunch);

– de onttrekkingen aan de omzet doordat een ondernemer een ander onzakelijk bevoordeelt (de aannemer die met zijn personeel een huis voor zijn dochter bouwt);

– winst behaald bij en met de staking van de onderneming.

De winst uit onderneming kan worden berekend door middel van het opmaken van een resultatenrekening of door middel van een vermogensvergelijking. Beide methodes leiden tot eenzelfde uitkomst. Bij de winstberekening middels een vermogensvergelijking wordt het eindvermogen vergeleken met het vermogen aan het begin van het jaar. Het verschil laat zien met welk bedrag het ondernemingsvermogen is toegenomen of afgenomen. Deze uitkomst moet worden gecorrigeerd voor de bedragen die de ondernemer heeft ingebracht (kapitaalstortingen) dan wel uit de onderneming heeft opgenomen voor privédoeleinden (onttrekkingen). Vervolgens moeten nog een aantal correcties worden doorgevoerd op grond van de fiscale regelgeving, bijvoorbeeld het privégebruik van een auto, de toepassing van de landbouwvrijstelling bij verkoop van landbouwgrond of de toepassing van de investerings­aftrek bij een investering in bedrijfsmiddelen. Op de ­uitkomst van deze berekening komen vervolgens de ondernemersfaciliteiten in mindering.

Vermogens­vergelijking

Art. 3.8 Wet IB leidt tot een heffing over de totale winst uit onderneming gedurende het totale bestaan van de onderneming. Omdat de belasting echter per kalenderjaar wordt geheven, zijn er regels om tot een juiste toerekening van de winst aan dat betreffende jaar te komen. Hierbij zijn twee begrippen van belang:

– het begrip goed koopmansgebruik (art. 3.25 Wet IB);

– het begrip balanscontinuïteit.

Voordat wordt ingegaan op de wijze waarop de winst van een onderneming moet worden vastgesteld, wordt in de volgende paragraaf dieper ingegaan op bovenstaande begrippen. Vervolgens wordt aandacht besteed aan:

– de problematiek van de vermogensetikettering (wat behoort wel of niet tot de onderneming);

– de wijze waarop de vermogensbestanddelen van de onder­neming moeten worden gewaardeerd;

– de invloed op de winstberekening van kapitaalstortingen en -onttrekkingen door de ondernemer;

– de kosten die wel bedrijfskosten vormen maar fiscaal niet of slechts beperkt in aftrek komen;

– de voordelen die wel deel uitmaken van de winst uit onder­neming maar zijn vrijgesteld van belastingheffing.

Schematisch ziet dit er als volgt uit:

Vermogen (incl. fiscale reserves) aan het einde van het jaar

………

Vermogen (incl. fiscale reserves) bij aanvang van het jaar

……… –/–

Mutatie van het ondernemingsvermogen

………

Af: Door de ondernemer ingebracht kapitaal

……… –/–

………

Bij:

Privégebruik auto en fiets

………

Forfait ondernemingswoning

………

Overige onttrekkingen

……… +

……… +

Saldo fiscale winstberekening

………

Bij:

Beperkt aftrekbare kosten

………

Niet aftrekbare kosten

……… +

……… +

………

Af:

Vrijstellingen op grond van Wet IB

………

Saldo investeringsregelingen

……… +

……… –/–

………

Mutatie fiscale reserves

……… +/–

Winst uit onderneming in de zin van art. 3.8 Wet IB

………

Af: ondernemersaftrek

……… –/–

Grondslag MKB-winstvrijstelling

………

Af: MKB-winstvrijstelling

……… –/–

Belastbare winst uit onderneming

………

Opmerkingen:

De fiscale reserves maken deel uit van het ondernemingsvermogen. De bedragen die eraan worden toegevoegd, mogen op de fiscale winst in mindering worden gebracht. In onderdeel C: ondernemingsfaciliteiten wordt nader ingegaan op de fiscale reserves.

Tabel 2.1Opbouw belastbare winst uit onderneming