1.4.3 Urencriterium
Om als ondernemer te kunnen worden aangemerkt, moet voldaan zijn aan de definitie zoals die is geformuleerd in art. 3.4 Wet IB. In deze omschrijving wordt geen norm gesteld aan het aantal uren dat iemand als ondernemer werkzaam is. Ook iemand met zeer kleinschalige activiteiten kan een ondernemer zijn.
Om te voorkomen dat alle ondernemersfaciliteiten bij zeer geringe activiteiten binnen handbereik komen, heeft de wetgever het urencriterium geïntroduceerd, zie art. 3.6 Wet IB. Er moet een minimumaantal uren besteed zijn aan de onderneming. Het urencriterium speelt onder andere een rol bij de toepassing van de zelfstandigenaftrek en meewerkaftrek.
Urencriterium
Voor de MKB-winstvrijstelling (art. 3.79a Wet IB) hoeft men niet aan het urencriterium te voldoen. Op deze faciliteit heeft iedere ondernemer recht.
Norm
Een belastingplichtige voldoet aan het urencriterium als:
1.225 uur
– hij gedurende een kalenderjaar ten minste 1.225 uur besteedt aan werkzaamheden voor een of meer ondernemingen waaruit hij als ondernemer winst geniet; en
Tijd (meer dan 50%)
– de tijd die in totaal wordt besteed aan die ondernemingen en het verrichten van werkzaamheden in de zin van de afdelingen 3.3 (belastbaar loon) en 3.4 (resultaat overige werkzaamheden), grotendeels (meer dan 50%) wordt besteed aan die ondernemingen.
Startende ondernemer
Deze laatste eis geldt niet als de ondernemer in een of meer van de 5 voorafgaande kalenderjaren geen ondernemer was (zogenoemde startende ondernemer, art. 3.6 lid 1 letter b Wet IB).
Voorbeeld
Merel heeft al 5 jaar een eigen administratiekantoor. Hierin is zij 1.400 uur op jaarbasis werkzaam. Daarnaast werkt zij nog 1.500 uur per jaar in loondienst op een accountantskantoor. Ondanks het feit dat Merel minder dan 50% van haar tijd in haar onderneming werkt, voldoet Merel de eerste 5 jaar wel aan het urencriterium. Zij wordt namelijk aangemerkt als een startende ondernemer. Na dit jaar voldoet Merel, als de situatie niet verandert, niet meer aan het urencriterium. Na het 5e jaar gaat de 50%-norm voor haar gelden.
Zwangerschap
In geval van een zwangerschap vindt er een versoepeling plaats. De onderneemster wordt geacht ook tijdens haar zwangerschapsverlof de ‘normale’ uren te hebben gemaakt (art. 3.6 lid 5 Wet IB).
Samenwerkingsverbanden
Ondernemersfaciliteiten
Bij de vennootschap onder firma en maatschap hebben de firmanten of maten ieder recht op de ondernemersfaciliteiten. Bij een vennootschap onder firma met bijvoorbeeld drie firmanten hebben alle drie de firmanten recht op zelfstandigenaftrek, uiteraard onder de voorwaarde dat ze ieder afzonderlijk aan het urencriterium voldoen. Ook echtgenoten kunnen met hun partner een vennootschap onder firma of maatschap aangaan. Zowel de man als de vrouw hebben dan in beginsel elk afzonderlijk recht op de ondernemersfaciliteiten.
Ongebruikelijk samenwerkingsverband
Als de ondernemer deel uitmaakt van een samenwerkingsverband (maatschap of vennootschap onder firma) met huisgenoten, of met bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of hun huisgenoten (de zogeheten verbonden personen), tellen de gewerkte uren niet mee voor het urencriterium indien:
– het samenwerkingsverband ongebruikelijk is, en
– de werkzaamheden voor 70% of meer ondersteunend zijn (art. 3.6 lid 2 letter a Wet IB).
Een samenwerkingsverband is ongebruikelijk als niet-verbonden personen zo’n samenwerkingsverband niet zouden aangaan, bijvoorbeeld een vennootschap onder firma tussen een tandarts en zijn assistente.
Ondersteunende werkzaamheden
Werkzaamheden zijn van ondersteunende aard als zij niet als hoofdactiviteit van de onderneming kunnen worden aangemerkt. De hoofdactiviteiten zijn de werkzaamheden die de omzet genereren.
Voor de toepassing van dit artikel worden onder verbonden personen verstaan (art. 3.6 lid 3 Wet IB):
a. personen die behoren tot het huishouden van de belastingplichtige en
b. bloed- en aanverwanten in de rechte lijn of personen die behoren tot hun huishouden.
Voorbeeld
Hendrik Pringel is huisarts. Hij is een maatschap aangegaan met zijn echtgenote. Hendrik werkt 2.000 uren in de onderneming en zijn echtgenote 1.500 uren. De echtgenote neemt de telefoon op, maakt afspraken voor Hendrik en verzorgt de administratie. De uren van Hendrik tellen wel mee voor zijn urencriterium, maar die van zijn echtgenote niet voor haar urencriterium omdat haar werkzaamheden uitsluitend van ondersteunende aard zijn. De vrouw is wel ondernemer maar komt niet in aanmerking voor alle ondernemersfaciliteiten.