2.3.3 Keuzeherziening
Keuzeherziening
Een eenmaal uitgebrachte keuze bindt de ondernemer. Hij moet bij het uitbrengen van zijn keuze de redelijkheid betrachten. Het kan gebeuren dat een ondernemer zijn uitgebrachte keuze bij nader inzien minder gelukkig vindt. Als sprake is van keuzevermogen, kan de ondernemer een keuzeherziening doen tot het moment dat de aanslag van het jaar waarin het vermogensbestanddeel is verkregen of de onderneming is gestart onherroepelijk vaststaat. De aanslag staat onherroepelijk vast als er tegen de aanslag geen bezwaar of beroep meer mogelijk is.
Later kan de ondernemer zijn eerdere keuze alleen nog aanpassen als zich een bijzondere omstandigheid voordoet. Dit is onder andere het geval als de bestemming van een bedrijfsmiddel verandert. Andere omstandigheden zijn bijvoorbeeld een verhuizing, een ingrijpende verbouwing, een nieuwe uitspraak van een rechter of een wetswijziging. Wanneer de keuze op grond van een bijzondere omstandigheid wordt herzien, gaat deze verandering in op het moment waarop de verandering zich voordoet.
Bijzondere omstandigheid