Module4_Winst_en_DGA-4

2.5.1 Inleiding

Kapitaalstortingen en -onttrekkingen beïnvloeden niet de hoogte van de winst. Als een ondernemer geld stort op zijn zakelijke rekening, neemt zijn onder­nemings­vermogen toe. Hij maakt hier echter niet meer winst door. Als hij geld opneemt van zijn zakelijke bankrekening voor een privé-uitgave (onttrekking), heeft dit eveneens geen invloed op de hoogte van zijn winst.

Er zijn echter een aantal onttrekkingen die de winst wel beïnvloeden en waarvoor dus wel een correctie op de winst moet worden gemaakt. Deze onttrekkingen worden hierna behandeld. Dit zijn:

– het onttrekken van goederen aan de zaak;

– het privé gebruikmaken van een auto die op de balans staat;

– het bewonen van een woning die tot het ondernemingsvermogen behoort.

Onttrekkingen

De hoofdregel bij onttrekkingen van goederen is dat dit tegen de inkoopprijs mag. Op deze regel bestaan de volgende uitzonderingen:

1. Het onttrokken goed gaat ten koste van de omzet. Dit is het geval wanneer de ondernemer meer omzet zou hebben gehad als hij het goed niet onttrokken had. In dat geval wordt de onttrekking gesteld op de prijs die de ondernemer bij verkoop zou hebben gehad. Dit doet zich bijvoorbeeld voor in de landbouw­sfeer. Als een boer melk van zijn eigen koeien consumeert, kan hij minder melk leveren aan de fabriek.

2. Het onttrokken goed is niet van geringe waarde. Als een juwelier een collier met een verkoopwaarde van € 8.000 onttrekt, moet hij uitgaan van de verkoopprijs als onttrekking. Als een autodealer een auto met een verkoopprijs van € 20.000 voor privé onttrekt, zal hij eveneens uit moeten gaan van de verkoopprijs. Als een winkelier voor € 200 goederen uit zijn winkelvoorraad voor eigen gebruik onttrekt, mag hij voor de onttrekking echter uitgaan van de inkoopprijs.

Voorbeeld

Stefan heeft een drankenhandel. Wekelijks neemt hij twee flessen wijn voor privé­gebruik uit zijn voorraad. De onttrekking mag op de inkoopprijs worden gesteld.

Stefan mag de drank verzorgen bij de jaarlijkse wijkbarbecue. Hij besluit om de limonade voor de kinderen gratis te verstrekken. Op de uitnodigingen voor de barbecue staat vermeld dat Stefans drankenhandel de limonade gratis aan de kinderen verstrekt. De verstrekking van de limonade aan de kinderen is voor Stefan een uitgave die valt onder de reclamekosten en komt in aftrek op zijn winst uit onderneming. Stefan hoeft hier geen onttrekking voor in aanmerking te nemen.