2.5.2 Privégebruik auto van de zaak
Privégebruik van de auto
Als een auto als ondernemingsvermogen is aangemerkt zijn alle kosten die op de auto betrekken hebben aftrekbaar van de winst uit onderneming. Wel moet voor het eventuele privégebruik van de auto een onttrekking in aanmerking worden genomen. Voor personenauto’s en bestelauto’s (tenzij deze uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt zijn voor vervoer van goederen) geldt een forfaitaire bijtelling (art. 3.20 Wet IB).
Voor de bijtelling van de auto van de zaak geldt als algemeen bijtellingspercentage 22% van de waarde van de auto. Volledig elektrische auto’s krijgen een extra stimulans door een milieugerelateerde korting van 5%, zodat de bijtelling voor deze auto’s uitkomt op 17%. Deze milieukorting is begrensd tot het deel van de catalogusprijs tot en met € 30.000, resulterend in een maximale korting van € 1.500. Op het deel van de catalogusprijs boven € 30.000 is het algemene bijtellingspercentage zonder korting van toepassing. Voor op waterstof of zonnecellen aangedreven auto’s geldt eveneens een korting van 5%, deze is echter niet begrensd (art. 3.20 lid 2 Wet IB).
Catalogusprijs
De waarde van de auto wordt gesteld op de catalogusprijs van de auto. Dit is de nieuwprijs inclusief omzetbelasting en BPM in het bouwjaar zoals deze door de fabrikant of importeur is vastgesteld. Als de auto ouder dan 15 jaar is, wordt de waarde gesteld op de waarde in het economisch verkeer (art. 3.20 lid 5 letter b Wet IB). In deze laatste situatie wordt de bijtelling gesteld op 35% van de waarde (art. 3.20 lid 1 letter b Wet IB).
Als een ondernemer via een sluitende rittenadministratie, of anderszins, kan aantonen dat hij niet meer dan 500 km privé met de auto rijdt, mag de onttrekking op nihil worden gewaardeerd.
De rittenadministratie moet de volgende gegevens bevatten (art. 9 Uitv.reg. IB):
Rittenadministratie
– merk, type en kenteken van de auto;
– periode van terbeschikkingstelling van de auto;
– per rit:
• datum;
• beginstand en eindstand van de kilometerteller;
• beginadres en eindadres;
• gereden route indien deze afwijkt van de meest gebruikelijke;
• karakter van de rit.
Kilometers tussen de woning en het bedrijf worden aangemerkt als zakelijke kilometers (art. 3.20 lid 3 Wet IB). Deze kilometers moeten dus voor de berekening van de 500-kilometergrens buiten beschouwing blijven. Als een auto in de loop van het jaar wordt gekocht of verkocht, moet de onttrekking naar tijdsgelang worden berekend.
Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto
Bij het gebruik van een bestelauto voor uitsluitend zakelijke ritten hoeft geen belasting te worden betaald over de onttrekking indien de ondernemer aan de inspecteur een Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto heeft afgegeven (art. 3.20 lid 6 Wet IB). De ondernemer hoeft in deze situatie geen rittenadministratie bij te houden. Als deze verklaring aan de inspecteur is afgegeven, mag de bestelauto niet privé worden gebruikt. Indien men de auto toch voor een privérit gaat gebruiken, is de ondernemer verplicht om voor de betreffende rit de verklaring in te trekken. De Belastingdienst controleert deze regeling door middel van ambulant toezicht.