2.5.4 Eigenwoningforfait bij ondernemingswoning
Als een ondernemer woont in een pand dat tot zijn ondernemingsvermogen behoort, moet hij zijn winst verhogen met een forfaitaire bijtelling.
In plaats van het gewone forfait (art. 3.112 Wet IB) geldt voor een eigen woning die deel uitmaakt van het ondernemingsvermogen een aangepast forfait.
Aangepast forfait
Het als onttrekking aan te merken bedrag is in art. 3.19 Wet IB opgenomen. Hierbij moet worden uitgegaan van de WOZ-waarde van het privégedeelte van het pand.
| Waarde van de onttrokken woning (in €) | Op jaarbasis | |||
| meer dan | maar niet meer dan | |||
| – | 12.500 | 0,65% van WOZ-waarde | ||
| 12.500 | 25.000 | 0,85% van WOZ-waarde | ||
| 25.000 | 50.000 | 0,95% van WOZ-waarde | ||
| 50.000 | 75.000 | 1,05% van WOZ-waarde | ||
| 75.000 | 1.330.000 | 1,20% van WOZ-waarde | ||
| 1.330.000 | – | € 15.960 vermeerderd met 2,35% van de woningwaarde voor zover deze uitgaat boven € 1.330.000. | ||
Tabel 2.2Forfait voor woningen in het bedrijfsvermogen
Voorbeeld
Pieter van der Kooij heeft een woon-bedrijfspand. Het volledige pand behoort tot zijn ondernemingsvermogen. Het woongedeelte wordt bewoond door Pieter met zijn gezin en heeft een WOZ-waarde van € 120.000. Pieter moet als onttrekking voor de woning in aanmerking nemen 1,20% van € 120.000 = € 1.440. Alle kosten en (rente)lasten die betrekking hebben op zowel het ondernemings- als het privégedeelte zijn aftrekbaar ten laste van zijn winst uit onderneming.