2.5.3 Privégebruik fiets van de zaak
Als een fiets tot het ondernemingsvermogen behoort, moet de ondernemer 7% van de waarde van de fiets als onttrekking in aanmerking nemen (art. 3.20a lid 1 Wet IB). Onder de waarde van de fiets wordt verstaan de consumentenadviesprijs die de importeur of fabrikant heeft vastgesteld (art. 3.20a lid 4 Wet IB).
De bijtelling is in ieder geval van toepassing als de fiets (voor een deel) van het woon-werkverkeer ter beschikking staat. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende soorten fietsen. De 7%-bijtelling geldt dus voor gewone en elektrische fietsen, bakfietsen en zogenoemde speed pedelecs.