Module4_Winst_en_DGA-6

4.5 Kostenegalisatiereserve

Gelijkmatige ­verdeling

De kostenegalisatiereserve strekt tot een gelijkmatige verdeling van kosten en lasten over de jaren waarin zij ontstaan. Als kosten door de bedrijfsvoering van het lopende jaar worden opgeroepen, mag de ondernemer daarvoor gelijkmatig reserveren (art. 3.53 lid 1 letter a Wet IB). Het moet gaan om bedrijfskosten, dus geen uitgaven voor verbetering of vernieuwing. Dit zijn namelijk kapitaaluitgaven die geactiveerd moeten worden. Het bedrag van de jaarlijkse toevoeging aan de kostenegalisatiereserve wordt berekend door het geraamde bedrag van de toekomstige onderhoudsuitgaven te delen door het aantal jaren dat voor verdeling beschikbaar is. Als men gestart is met het vormen van een kostenegalisatie­reserve, moet men jaarlijks, dus ook in verliesjaren, aan de reserve toevoegen.

Voorbeeld

Frits Zalm is beroepsvisser. Zijn boot moet eens in de 10 jaar voor groot onderhoud naar een werf. De kosten van dit onderhoud bedragen € 100.000. Deze kosten mogen over 10 jaren worden verdeeld. Jaarlijks mag Frits een bedrag van € 10.000 reserveren.

Het te reserveren bedrag moet bij aanvang van het reserveren worden ingeschat, uitgaande van het huidige prijspeil. Als de prijzen vervolgens stijgen, mag de ondernemer hier rekening mee houden. Met toekomstige prijsstijgingen mag nog geen rekening worden gehouden.

Voorbeeld

Frits uit het vorige voorbeeld heeft de onderhoudskosten van zijn boot ingeschat op € 100.000. In het eerste jaar is een reserve gevormd van € 10.000. Vervolgens stijgen de kosten. Eind jaar 2 wordt ingeschat dat de kosten € 105.000 bedragen. Aan het einde van jaar 2 vergt dit een reserve van € 21.000 (20% van 105.000). Er mag in jaar 2 € 11.000 aan de kostenegalisatiereserve worden toegevoegd.

Als niet direct is gestart met de opbouw van de reserve, mag dit niet worden ingehaald.

Voorbeeld

Stel dat Frits, zie de vorige voorbeelden, in het eerste jaar niets reserveert, dan mag hij dat in jaar 2 niet inhalen. In jaar 2 mag Frits dan slechts 10% van € 105.000 ofwel € 10.500 reserveren.

Als de kosten lager blijken te zijn dan werd geschat, moet het overschot van de reserve aan de winst worden toegevoegd. Zijn de kosten hoger, dan mag het meerdere in het betreffende jaar alsnog in aftrek komen.

De gevormde kostenegalisatiereserve vervalt:

– door het afboeken van de gemaakte kosten waarvoor de reserve is gevormd;

– als de uitgaven waarvoor gereserveerd wordt zich niet meer kunnen voordoen, bijvoorbeeld doordat het betreffende bedrijfsmiddel is verkocht;

– bij staking van de onderneming. Bij een geruisloze doorschuiving kan de ­kostenegalisatiereserve echter wel worden doorgeschoven, omdat de onderneming dan wordt geacht niet te zijn gestaakt.