4.6.1 Inleiding
Vervreemding van bedrijfsmiddelen
Bij de vervreemding van een bedrijfsmiddel wordt het verschil tussen de opbrengst en de boekwaarde in beginsel in de heffing betrokken. De wetgever vindt dit echter niet wenselijk als de ondernemer van plan is om de opbrengst te herinvesteren in zijn onderneming. In die situatie mag de ondernemer, onder voorwaarden, de gerealiseerde boekwinst afboeken op het nieuw aangeschafte bedrijfsmiddel.
Voorbeeld
Ondernemer Jan Joosen verkoopt een machine met een boekwaarde van € 20.000 voor € 60.000. Over de gerealiseerde winst moet Jan, zonder de mogelijkheid van een herinvesteringsreserve, mogelijk 49,5% inkomstenbelasting betalen.
Aan belasting is hij dan verschuldigd:
| Boekwinst | € 40.000 |
| Af: MKB-winstvrijstelling 12,7% | – 5.080 –/– |
| € 34.920 × 49,5% = € 17.285 |
Voor de herinvestering is dan nog slechts € 42.715 (€ 60.000 –/– € 17.285) beschikbaar.
De herinvesteringsreserve (art. 3.54 Wet IB) biedt de mogelijkheid om de boekwinst te reserveren. Hierdoor voorkomt de ondernemer dat hij direct inkomstenbelasting over de gerealiseerde boekwinst moet betalen. Wanneer weer een investering wordt gedaan, moet het gereserveerde bedrag in mindering worden gebracht op de aanschafprijs van het nieuwe bedrijfsmiddel. Hierdoor wordt de afschrijvingsgrondslag lager, en daarmee worden de daarop volgende jaarwinsten hoger. Er is dus geen sprake van een vrijstelling, maar van een uitstel van winstrealisatie.
Afschrijvingsgrondslag
Voorbeeld
Frits Pietersen verkoopt een tot zijn ondernemingsvermogen behorende vrachtauto voor € 80.000. Deze vrachtauto heeft een boekwaarde van € 50.000. De boekwinst is dus € 30.000. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de herinvesteringsreserve. De invloed op de fiscale winst van dat jaar is dus per saldo nihil.
Frits koopt het jaar daarop een andere vrachtauto voor € 120.000. Na afboeking van de herinvesteringsreserve is de boekwaarde € 90.000 (€ 120.000 –/– € 30.000). Als de levensduur van de vrachtauto 10 jaar is en de restwaarde nihil, mag hij op de nieuwe vrachtauto jaarlijks € 9.000 afschrijven. Als Frits geen herinvesteringsreserve zou hebben toegepast, zou de jaarlijkse afschrijving € 12.000 zijn. Uiteindelijk wordt het bedrag van € 30.000 alsnog in de heffing betrokken.
Voordelen
De voordelen van een herinvesteringsreserve voor de belastingplichtige zijn:
– Er wordt niet in één keer een groot beroep op de liquide middelen gedaan. De belastingdruk is naar de toekomst verschoven.
– Mogelijk valt de hogere jaarwinst in een voordeliger tarief dan een ‘piek’winst door de vervreemding.
– De verschuiving van belastingheffing naar de toekomst betekent een rentevoordeel.