4.1 Inleiding
De winst uit onderneming kan niet in zijn geheel door de ondernemer voor privéconsumptie worden gebruikt. De ondernemer moet bijvoorbeeld geld reserveren voor toekomstige investeringen en voor risico’s die hij als ondernemer loopt, zoals het niet betalen van debiteuren of aansprakelijk gesteld worden voor veroorzaakte schades. De wetgever heeft mede om deze reden voor ondernemers een aantal faciliteiten in de wet opgenomen. Daarnaast zijn nog enkele andere tegemoetkomingen in de wet opgenomen die als doelstelling hebben om het ondernemerschap te bevorderen of investeringen te stimuleren.
De volgende faciliteiten komen in de volgende paragrafen aan de orde:
– willekeurige afschrijving;
– investeringsaftrek/desinvesteringsbijtelling;
– fiscale reserves bestaande uit de kostenegalisatiereserve en de herinvesteringsreserve;
– ondernemersaftrek bestaande uit:
• zelfstandigenaftrek;
• startersaftrek;
• aftrek speur- en ontwikkelingswerk;
• meewerkaftrek;
• startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid;
• stakingsaftrek;
– MKB-winstvrijstelling.
De diverse faciliteiten worden hierna behandeld in de volgorde waarin zij in de Wet IB zijn opgenomen.