Module4_Winst_en_DGA-8

6.2.2 ‘Gewoon’ aanmerkelijk belang

Aanmerkelijk belang

Er is sprake van een aanmerkelijk belang als de belastingplichtige al dan niet tezamen met zijn partner direct of indirect ten ­minste 5% van het geplaatste aandelenkapitaal in een vennootschap met een in aandelen verdeeld kapitaal bezit (art. 4.6 Wet IB). Heeft een belastingplichtige, al dan niet tezamen met zijn partner, een koopoptie op ten minste 5% van de aandelen, dan is hij ook aanmerkelijkbelanghouder.

Als een vennootschap verschillende soorten aandelen heeft uit­gegeven, zoals preferente of cumulatief preferente aandelen, heeft de belastingplichtige ook een aanmerkelijk belang als hij, al dan niet tezamen met zijn partner, ten minste voor 5% van een soort aandelen aandeelhouder is of rechten heeft om ten minste 5% van een soort te verwerven (art. 4.7 Wet IB).

Samentelling met partner

Partner

In zowel art. 4.6, 4.7 als art. 4.10 Wet IB komt het begrip ‘partner’ aan de orde. Het kan voorkomen dat een partner niet op grond van art. 4.6 of 4.7 Wet IB een aanmerkelijk belang heeft, maar wel op grond van art. 4.10 Wet IB. In art. 4.6 en 4.7 Wet IB zegt de wet: ‘De belastingplichtige heeft een aanmerkelijk belang indien hij al dan niet tezamen met zijn partner, direct of indirect etc.’.

Voor de bepaling of er sprake is van een aanmerkelijk belang moeten dus altijd de aandelen van de belastingplichtige en zijn fiscale partner worden samengeteld.

Voorbeeld

Simone Simons bezit 50% van de aandelen in Simons Transport bv. Haar echtgenoot Kees heeft 4% van de aandelen in Simons Transport bv. Simone en Kees zijn gehuwd. Hierdoor zijn zij partner en bezitten zij beiden een aanmerkelijk belang.

Invloed huwelijksvermogensrecht

Huwelijk

Gehuwden hebben voor de vermogensrechtelijke gevolgen van hun huwelijk twee mogelijkheden. Dit zijn:

1. Gemeenschap van goederen

Wanneer echtgenoten geen huwelijkse voorwaarden hebben gemaakt, ontstaat een gemeenschap van goederen. Zij hoeven bij hun huwelijk hiervoor geen formaliteiten te vervullen. Het Burgerlijk Wetboek schrijft voor dat als de echtelieden geen huwelijksvoorwaarden opmaken, er dan door het huwelijk een gemeenschap van goederen ontstaat. Voor huwelijken die gesloten zijn voor of uiterlijk op 31 december 2017 hield dit in dat alle bezit­tingen en schulden gemeenschappelijk werden. Er ontstond door het huwelijk een algehele gemeenschap van goederen. Voor huwelijken die gesloten zijn vanaf 1 januari 2018 is hier een wijziging in aangebracht. Vanaf deze datum geldt dat alleen wat de beide echtgenoten gedurende het huwelijk hebben opgebouwd in de gemeenschap valt. Het voorhuwelijkse vermogen per echtgenoot alsmede giften en erfenissen (zowel voor als tijdens het huwelijk) blijven privévermogen. Bij een huwelijk dat is gesloten op of na 1 januari 2018 ontstaat een beperkte gemeenschap van goederen.

2. Huwelijkse voorwaarden

Echtgenoten kunnen ook huwen op huwelijkse voorwaarden. Bij huwelijkse voorwaarden kan worden bepaald dat bezittingen privé van de ene partner blijven. Bij een echtscheiding vallen dergelijke privébezittingen dan niet in de gemeenschap die verdeeld moet worden. Ook kan men bij huwelijkse voorwaarden overeenkomen dat alle bezittingen, inclusief de voorhuwelijkse bezittingen alsmede hetgeen verkregen is uit een nalatenschap of erfenis, gemeenschappelijk zijn. Huwelijksvoorwaarden ­worden gemaakt door deze in een notariële akte op te nemen. Deze ­kunnen zowel voor als tijdens het huwelijk worden aangegaan.

Samentelbepaling

Voor de samentelbepaling maakt het niet uit of de man en vrouw in of buiten gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Het enige ­verschil is dat als de aandelen tot de huwelijksgemeenschap behoren, beide partners aanmerkelijkbelanghouder zijn.

Voorbeeld

Niek bezit 10% van de aandelen in Goed en Vlug bv. Niek is buiten gemeenschap van goederen gehuwd met Marieke. Marieke bezit geen aandelen in Goed en Vlug bv.

In deze situatie bezit uitsluitend Niek een aanmerkelijk belang en Marieke niet.

Stel dat Niek in dit voorbeeld in 2024 € 5.000 dividend krijgt uitgekeerd. Dan is dit als een regulier voordeel belast in box 2. De inkomsten uit aanmerkelijk belang mogen vrijelijk onder fiscale partners worden verdeeld (art. 2.17 lid 5 letter b Wet IB). Ondanks het feit dat Niek en Marieke buiten gemeenschap van goederen gehuwd zijn en de aandelen aan Niek toebehoren, kunnen zij ervoor kiezen om deze inkomsten in de ­aangifte van Marieke op te nemen.

Stel nu echter dat Niek en Marieke in gemeenschap van goederen gehuwd zijn en de aandelen tot de huwelijks­gemeenschap behoren. In deze situatie zijn zij beiden aanmerkelijkbelanghouder. Het belang van dit onderscheid zien we later in dit hoofdstuk bij het onderdeel fictieve vervreemdingen. Uitsluitend in de ­situatie dat de aandelen tot de huwelijks­gemeenschap behoren, is de fictieve vervreemding wegens ­ontbinding van de huwelijksgemeenschap van toepassing.

Bij een aanmerkelijkbelangwinst van meer dan € 67.000 doen Niek en Marieke er verstandig aan om de aanmerkelijkbelangwinst tussen hen 50:50 te verdelen, waardoor ze allebei gebruik kunnen maken van de tariefopstap van 24,5%.

In voorgaande voorbeelden is sprake van een direct aanmerkelijk belang. Dat wil zeggen dat de belastingplichtige rechtstreeks eigenaar is van de aandelen van de vennootschap waarin hij een aanmerkelijk belang heeft. Van indirect aandeelhouderschap is sprake als de aandeelhouder middels een andere vennootschap de zeggenschap heeft over de aandelen. Het kan ook voorkomen dat een belastingplichtige zowel direct als indirect aandelen bezit in een vennootschap. De middellijk gehouden aandelen (dus met tussenkomst van een houdstermaatschappij) tellen alleen mee als de belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft in de houdstermaatschappij zelf.

Indirect aandeelhouderschap

Voorbeeld

Frans Dam bezit direct 10% in Dam Holding bv, dit is meer dan 5% van het geplaatste aandelenkapitaal. Daarnaast bezit hij 3% direct in Dam Werk bv, indirect bezit hij 4% (10% van 40%) in deze vennootschap. Direct en indirect bezit hij 7% van de aandelen in Dam Werk bv.

In zowel Dam Holding bv als Dam Werk bv heeft Frans een ­aanmerkelijk belang.

Als Frans slechts 3% van de aandelen in Dam Holding bv bezat, zou hij zowel in Dam ­Holding bv als in Dam Werk bv geen aanmerkelijk belang hebben.