7.5.2 Doorschuifregeling en het huwelijksvermogensrecht
Huwelijk
Als een aanmerkelijkbelanghouder trouwt en de echtelieden bij huwelijkse voorwaarden overeenkomen dat de aanmerkelijkbelangaandelen tot de huwelijksgemeenschap gaan behoren, vervreemdt hij de helft van zijn aandelen aan zijn partner. Deze huwelijkspartner wordt voor de helft eigenaar van de aandelen. In deze situatie hoeft de aanmerkelijkbelangclaim echter niet afgerekend te worden. De verkrijgingsprijs schuift automatisch door naar de echtgenoot (art. 4.17 Wet IB). Op verzoek kan deze overgang echter wel als een vervreemding worden aangemerkt (art. 4.38 Wet IB). Om een afrekening zal worden verzocht als er sprake is van een aanmerkelijkbelangverlies. Dit laatste is het geval als de aandelen op het moment van het sluiten van het huwelijk minder waard zijn dan de oorspronkelijke verkrijgingsprijs.
Voorbeeld
Frits Lazeroms bezit alle aandelen in Lazerus bv. Frits heeft deze aandelen in het jaar 2008 gekocht voor € 120.000. In 2024 trouwt Frits met Maaike. Frits en Maaike hebben in hun huwelijkse voorwaarden opgenomen dat de aandelen tot de gemeenschap van goederen gaan behoren. De aandelen Lazerus bv zijn op dat moment € 250.000 waard. Maaike krijgt op grond van het huwelijksvermogensrecht de helft van de aandelen, dus met een waarde van € 125.000. Hierover hoeft echter niet te worden afgerekend. De verkrijgingsprijs van Frits schuift door naar de aandelen van Maaike. Haar verkrijgingsprijs is op grond van art. 4.39 Wet IB € 60.000.
Echtscheiding
Bij echtscheiding vindt wederom een vervreemding plaats. Bij deze vervreemding moet over de meerwaarden worden afgerekend. Als echter de verdeling van de boedel binnen 2 jaar na de ontbinding van de huwelijksgemeenschap plaatsvindt, schuift de belastingclaim automatisch door naar de verkrijger. Vereist is wel dat de verkrijger binnenlands belastingplichtig is (art. 4.17 jo. art. 4.39 Wet IB). Ook in deze situatie geldt dat op verzoek een afrekening plaats kan vinden (art. 4.38 Wet IB).