7.2 Kosten ter verwerving van reguliere voordelen
Onder deze kosten worden verstaan de kosten die een belastingplichtige moet maken ter verwerving, inning en behoud van de reguliere voordelen (art. 4.15 Wet IB). Kosten zoals inningskosten, bankkosten, renten van geldleningen in verband met de aankoop van de aandelen, behoren tot de aftrekbare kosten.
Verwerving, inning en behoud
Voorbeeld
Louise van Deel koopt 15% van de aandelen in Drukkerij Zetvast bv. Zij betaalt voor de aankoop van de aandelen € 200.000. De aankoop van de aandelen financiert zij als volgt: € 50.000 betaalt zij van haar spaarrekening en € 150.000 leent zij bij de Rabobank. In 2024 ontvangt Louise € 5.000 dividend op haar aandelen, hierop is 15% dividendbelasting ingehouden. Netto heeft zij dus op haar bankrekening € 5.000 –/– € 750 = € 4.250 ontvangen. Aan de Rabobank betaalt zij in 2024 € 9.000 aan rente.
De aandelen Drukkerij Zetvast bv behoren voor Louise tot een aanmerkelijk belang, omdat zij meer bezit dan 5% van het geplaatste aandelenkapitaal. De verkrijgingsprijs van haar aandelen is € 200.000. De inkomsten die zij in het jaar 2024 in haar aangifte inkomstenbelasting in box 2 moet aangeven, zijn:
Ontvangen dividend | € 5.000 |
Af: rentekosten | – 9.000 –/– |
Inkomsten in box 2 negatief | € 4.000 |
De ingehouden dividendbelasting van € 750 kan Louise als voorheffing verrekenen met haar aanslag inkomstenbelasting (art. 9.2 lid 1 letter b Wet IB).