4.3.2 Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek

Deze aftrek is bedoeld om het investeren door ondernemers aan te moedigen. De aftrek vergroot het rendement op hun investering omdat de belastbare winst en daarmee de geheven belasting lager wordt.

De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (art. 3.41 Wet IB) is een ondernemings­faciliteit en geldt voor zowel de echte ondernemer als de medegerechtigde. In de wet staat een tabel aan de hand waarvan het percentage van de aftrek kan worden bepaald.

Voor 2025 ziet deze tabel er als volgt uit (art. 3.41 Wet IB):

Bij een investeringsbedrag in een kalenderjaar van:			is het percentage
meer dan	maar niet meer dan
–	€   2.900		0
€   2.900	€  70.602		28% van het investeringsbedrag
€  70.602	€ 130.744		€ 19.769
€ 130.744	€ 392.230		€ 19.769 verminderd met 7,56% van het gedeelte van het investeringsbedrag dat de € 130.744 te boven gaat
€ 392.230	–		0

Tabel 4.1Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek

Bepalend voor de hoogte van het percentage van de investeringsaftrek is het totaalbedrag aan investeringen in niet van de investeringsaftrek uitgesloten bedrijfsmiddelen in een kalenderjaar.

Blijven de investeringen onder de € 2.900 of bedragen zij meer dan € 392.230, dan is de aftrek nihil.

Als er sprake is van een samenwerkingsverband, moet de aftrek worden berekend aan de hand van de totale investeringen van het samenwerkingsverband. Als de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek is vastgesteld, wordt deze vervolgens over de vennoten verdeeld op basis van ieders winstgerechtigdheid in het samenwerkingsverband (art. 3.41 lid 3 Wet IB).