Pieter van der Steen exploiteert een aannemersbedrijf. Pieter laat door zijn personeel een aanbouw plaatsen aan zijn privéwoonhuis.
Moet Pieter deze onttrekking boeken tegen kostprijs of tegen de gebruikelijke aanneemsom? Motiveer het antwoord.
Deze onttrekking betreft een goed van niet geringe waarde. Om deze reden moet de gebruikelijke aanneemsom (verkoopprijs) als onttrekking worden genomen.
Pieter heeft door de stress van zijn bouwbedrijf gezondheidsklachten. De huisarts adviseert hem om met zijn gezin 2 weken op vakantie te gaan. Pieter gaat om deze reden met zijn gezin naar Torremolinos in Spanje. De kosten van de vakantie zijn € 8.000. Dit bedrag brengt hij ten laste van zijn winst.
Zijn deze kosten voor Pieter aftrekbaar? Motiveer het antwoord.
Nee, dit is geen zakelijke uitgave. Ziekte is zozeer gebonden aan de persoon dat dit niet kan leiden tot kosten van de onderneming.
Verder brengt Pieter de volgende uitgaven ten laste van zijn winst:
Mag Pieter deze bedragen volledig ten laste van zijn fiscale winst brengen?
Motiveer het antwoord.
Balpennen betreffen reclamekosten om de naamsbekendheid te vergroten. Deze kosten zijn als reclamekosten geheel aftrekbaar. Geschenkkistjes zijn bestemd voor individuele bedrijfsrelaties. De kosten betreffen representatiekosten die voor 80% aftrekbaar zijn (art. 3.15 lid 1 letter b in samenhang met lid 5 Wet IB). € 400 (20% van € 2.000) is niet aftrekbaar.
Ondernemer Kerkhofs krijgt een naheffingsaanslag loonheffing opgelegd. Bij een boekenonderzoek door de Belastingdienst is gebleken dat hij overwerkloon heeft betaald dat niet in de loonadministratie is opgenomen.
De naheffingsaanslag is als volgt samengesteld:
Kerkhofs brengt de volledige naheffingsaanslag, inclusief de boete, ten laste van zijn winst uit onderneming.
Is de naheffing loonheffing aftrekbaar van de winst uit onderneming?
De naheffingsaanslag is aftrekbaar van de winst, dit zijn zakelijke kosten.
Is de opgelegde boete aftrekbaar van de winst uit onderneming?
De opgelegde boete is niet aftrekbaar. Weliswaar zijn dit zakelijke kosten die door de bedrijfsuitoefening zijn opgeroepen, maar deze zijn uitgesloten van aftrek op grond van art. 3.14 lid 1 letter c Wet IB.
Boer Janus van Nispen verkoopt 1 hectare weiland voor € 100.000 aan Karel Steens, die er een camping op gaat beginnen. De boekwaarde van dit stuk land is € 20.000 en de waarde voor agrarische doeleinden is € 35.000.
Welk bedrag moet Janus in verband met de verkoop van het weiland tot zijn belastbare winst rekenen? Motiveer het antwoord.
Jan Kroon is tandarts en woont samen met Marieke Meijvis, gediplomeerd tandartsassistente. Jan en Marieke oefenen de praktijk in maatschapsverband uit. De winstverdeling is 60% voor Jan en 40% voor Marieke. Beiden werken ze 1.600 uur per jaar voor de praktijk.
Geef gemotiveerd aan of beiden als ondernemer in de zin van de Wet IB worden aangemerkt.
Omdat beiden als maten rechtstreeks verbonden zijn voor verbintenissen betreffende de onderneming, zijn ze beiden ondernemer (art. 3.4 Wet IB).
Hebben Jan en Marieke beide recht op de zelfstandigenaftrek en MKB-vrijstelling?
Zij hebben beiden recht op de MKB-winstvrijstelling. Voor de zelfstandigenaftrek (art. 3.76 Wet IB) geldt het urencriterium (art. 3.6 Wet IB). Het is ongebruikelijk dat een dergelijk samenwerkingsverband tussen niet-verbonden personen wordt aangegaan (art. 3.6 lid 2 letter a Wet IB). Om deze reden tellen de uren voor werkzaamheden die hoofdzakelijk van ondersteunende aard zijn niet mee voor de bepaling van het urencriterium. Marieke komt daarom niet in aanmerking voor zelfstandigenaftrek (zie voor verbonden persoon lid 3 van art. 3.6 Wet IB). Jan komt wel in aanmerking voor zelfstandigenaftrek.
Ten laste van de maatschapwinst werd gebracht:
Geef aan of, en zo ja in hoeverre, deze kosten fiscaal aftrekbaar zijn. Noem daarbij het van toepassing zijnde wetsartikel, met zo nodig lid en letter.
Van de congreskosten is op grond van art. 3.15 lid 1 letter c Wet IB € 5.100 niet aftrekbaar en is € 1.900 wel aftrekbaar. In dit geval zal men echter kiezen voor de toepassing van art. 3.15 lid 5 Wet IB. Dan is 80% aftrekbaar, dit is € 5.600. De reiskosten vallen onder de aftrekbeperking van art. 3.16 lid 2 letter f Wet IB en zijn tot € 1.500 aftrekbaar (€ 500 niet). Indien Jan echter aannemelijk maakt dat de congressen en seminars noodzakelijk zijn voor zijn werkzaamheden, geldt de aftrekbeperking op de reis- en verblijfkosten van art. 3.16 lid 2 letter f Wet IB niet (art. 3.16 lid 8 Wet IB).
December vorig jaar werd voor € 16.000 een nieuwe tandartsstoel gekocht. Diezelfde maand werd op dit bedrag een aanbetaling gedaan van € 3.000. De levering van de stoel vond plaats in januari van dit jaar, kort daarna is ook het restant van de koopsom voldaan. Andere investeringen werden vorig en dit jaar niet gedaan.
Bereken de hoogte van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek over vorig jaar en over dit jaar.
Het percentage kleinschaligheidsinvesteringsaftrek is 28. De aftrek is € 4.480. Hiervan krijgt men € 3.000 in het vorig jaar en dit jaar € 1.480, art. 3.44 lid 1 Wet IB.
