Opgaven

feedback
Vraag 5

Witgoedhandelaar Van Ommeren verkoopt op 20 december 2023 een wasmachine voor € 1.000. Hij levert deze af op 3 januari 2024 en ontvangt dan zijn geld.

 

Wanneer moet Van Ommeren de winst op de wasmachine verantwoorden?

Op grond van het goed koopmansgebruik kan Van Ommeren kiezen wanneer hij de winst aangeeft. Hij mag dit doen op het moment dat de overeenkomst gesloten is (dus op 20 december 2023), maar hij moet dit uiterlijk doen op het moment van de levering (3 januari 2024). Het moment waarop de koopsom ontvangen wordt of een eventuele factuur uitgeschreven wordt, is niet van belang.

Antwoord indienen
feedback
Vraag 6

Ondernemer Henk Hendriks schaft in 2023 een woon-winkelpand aan. Het woongedeelte heeft een aparte ingang. Henk gaat boven de winkel wonen; het woongedeelte is niet dienstbaar aan de onderneming. De verdeling van het pand: 60% is toe te rekenen aan de winkel en 40% aan de bovenwoning.

U wordt verzocht om een overzicht te maken van de mogelijkheden die Henk heeft met betrekking tot de etikettering van het pand. In uw overzicht moet u in elk geval de volgende vragen beantwoorden:

 

Mag Henk het volledige pand tot zijn ondernemingsvermogen rekenen?

Het winkelgedeelte is verplicht ondernemingsvermogen. Met betrekking tot het woongedeelte geldt het volgende:

  • als het woongedeelte uitsluitend voorziet in de woonbehoefte van de ondernemer zelf en niet op enigerlei wijze dienstbaar is aan de onderneming, is sprake van verplicht privévermogen;
  • in alle andere gevallen is sprake van keuzevermogen.

Het hangt dus van de omstandigheden af of Henk de bovenwoning op zijn balans op mag nemen.

Mag Henk het volledige pand tot zijn privévermogen rekenen?

Nee. Het winkelgedeelte moet hij verplicht op zijn balans opnemen, omdat het een bouwkundig splitsbaar pand betreft. Het woongedeelte mag hij privé houden.

Mag Henk het zakelijk gedeelte op zijn balans vermelden en het privégedeelte privé houden?

Ja, zie het antwoord hiervoor. In de situatie dat Henk in de bovenwoning woont en het woongedeelte geen enkele functie binnen de onderneming vervult, is hij zelfs verplicht om de bovenwoning tot zijn privévermogen te rekenen.

Stel dat het woongedeelte van het pand dat Henk aanschaft geen afzonderlijke ingang heeft, maar dat dit slechts bereikbaar is door de winkel. U wordt verzocht om eveneens een overzicht te maken van de mogelijkheden die Henk dan heeft met betrekking tot de etikettering van het pand. In uw overzicht moet u in elk geval de volgende vragen beantwoorden:

 

Mag Henk het volledige pand tot zijn ondernemingsvermogen rekenen?

Ja, omdat er geen afzonderlijke ingang is, is het volledige pand keuzevermogen. Hij mag het volledige pand als ondernemingsvermogen etiketteren.

Mag Henk het volledige pand tot zijn privévermogen rekenen?

Ja, zie antwoord hiervoor: het volledige pand behoort tot het keuzevermogen. Hij mag het volledige pand tot zijn privévermogen rekenen.

Mag Henk het zakelijk gedeelte op zijn balans vermelden en het privégedeelte privé houden?

Ja. Bij een niet gesplitst pand, dat wil zeggen dat er geen afzonderlijke ingang is, mag men voor de etikettering het pand splitsen overeenkomstig het gebruik.

Antwoord indienen
feedback
Vraag 7

Ondernemer Ugur Toprak heeft een woon-winkelpand. Hij woont boven de winkel. De bovenwoning heeft geen eigen ingang, deze is uitsluitend te bereiken via de winkel. De verdeling woning/winkel is 50/50. Het volledige pand behoort tot het ondernemingsvermogen. De WOZ-waarde van het totale pand is € 250.000. Dit jaar maakt Ugur veel onderhoudskosten: de totale kosten zijn € 40.000, waarvan € 25.000 is toe te rekenen aan de bovenwoning.

 

Geef aan wat de invloed van bovenstaande gegevens is op de winstberekening.

Omdat het pand volledig ondernemingsvermogen is, zijn de totale onderhoudskosten van € 40.000 aftrekbaar van de winst. Ugur moet het eigenwoningforfait voor ondernemingswoningen bij zijn winst tellen, dit is € 125.000 (de helft van de WOZ-waarde) × 1,20% = € 1.500 (art. 3.19 Wet IB).

Antwoord indienen
feedback
Vraag 8

Ondernemer Ugur Toprak van het voorbeeld hiervoor heeft energiekosten van € 6.000 totaal op jaarbasis. Hiervan is € 4.000 toe te rekenen aan de winkel en heeft € 2.000 betrekking op het woongedeelte. Het woon-winkelpand is volledig ondernemingsvermogen.

 

Welk bedrag aan energiekosten is aftrekbaar van de winst uit onderneming?

De zakelijke kosten zijn € 4.000, dit bedrag is aftrekbaar. Het overige deel zijn privé-uitgaven, deze zijn niet aftrekbaar.

Antwoord indienen
feedback
Vraag 9

Handelsbedrijf Veenstra heeft op 31 december van artikel X 100 stuks in voorraad. Deze 100 stuks zijn in het afgelopen jaar ingekocht voor € 40 per stuk. De vervangende inkoopwaarde op 31 december is € 36 per stuk. De verkoopprijs van artikel X is € 44 per stuk.

 

Voor welk bedrag worden de 100 stuks artikel X opgenomen op de fiscale balans per 31 december? Motiveer het antwoord.

De vervangende inkoopwaarde is lager dan de historische kostprijs. Dit heeft tot gevolg dat gewaardeerd mag worden tegen de lagere marktwaarde (voorzichtigheidsbeginsel): 100 × € 36 = € 3.600. De verkoopprijs (€ 44) ligt boven de historische inkoopwaarde (€ 40), maar dat is voor de waardering niet van belang.

Antwoord indienen
feedback
Vraag 10

Martijn heeft een winkel in sportkleding in Breda. Om de naamsbekendheid va de winkel te vergroten, delen personeelsleden van het bedrijf op enkele koopavonden petjes met het bedrijfslogo uit. De petjes zijn ingekocht voor € 2.000, de winkelprijs is € 4.000.

Welk bedrag kan Martijn ten laste van de winst brengen?

De uitgedeelde petjes met logo zijn reclamekosten, de uitgaven van € 2.000 zijn geheel aftrekbaar.

Aan het eind van het seizoen, eind december, heeft Martijn nog enkele honderden zomerjacks op voorraad. De jacks zijn ingekocht voor € 40 per stuk en worden nu afgeprijsd van € 60 naar € 45 per stuk. Het fiscale boekjaar is het kalenderjaar.

 

Tegen welke waarde mag Martijn de jacks opnemen op de fiscale balans?

Na een afprijzing tot € 45 verkoopwaarde is de verkoopprijs nog hoger dan de inkoopprijs, om deze reden mag geen afwaardering plaatsvinden. De jacks moeten worden gewaardeerd op € 40 per stuk.

Antwoord indienen
feedback
Vraag 11

Rinus van Nijnatten is groothandelaar in paardenvoer. Er staan twee panden op zijn balans:

  • Pand I, gelegen aan de Bloemendaalseweg in Utrecht.
    Pand I heeft hij in eigen gebruik als opslagloods. De oorspronkelijke aanschafprijs van dit pand is € 280.000, de restwaarde is € 40.000 en de levensduur is te stellen op 40 jaar. De WOZ-waarde is € 300.000, de boekwaarde van het pand is op 1 januari 2023 € 250.000.
  • Pand II, gelegen aan de Dorpsstraat in Zeist.
    Pand II heeft Rinus tot en met het jaar 2015 in gebruik voor zijn onderneming gehad. In 2018 is hij dit pand gaan verhuren, omdat het pand voor hem niet praktisch was gelegen. De oorspronkelijke aanschafprijs van dit pand is € 200.000, de restwaarde is € 24.000 en de levensduur is te stellen op 40 jaar. De WOZ-waarde is € 190.000; de boekwaarde van het pand is op 1 januari 2023 € 160.000.

Welk wetsartikel is voor de berekening van de hoogte van de afschrijving op de panden van belang?

Art. 3.30a Wet IB.

Wat is de bodemwaarde van pand I?

50% van € 300.000 = € 150.000 (art. 3.30a lid 3 letter b Wet IB).

Wat is de bodemwaarde van pand II?

€ 190.000 (art. 3.30a lid 3 letter a Wet IB).

Bereken de afschrijving over het jaar 2023 van pand I.

€ 280.000 –/– € 40.000 = € 240.000 × 2,5% = € 6.000. De boekwaarde van het pand is nog hoger dan de bodemwaarde. Om deze reden mag Rinus op dit pand afschrijven.

Bereken de afschrijving over het jaar 2023 van pand II.

De afschrijving is nihil, omdat de boekwaarde lager is dan de bodemwaarde.

Antwoord indienen
feedback
Vraag 12

Productiebedrijf Konings fabriceert keukenmachines in diverse modellen. Op de fiscale balans staat eind 2023 een garantievoorziening van € 300.000. Op de keukenmachines wordt 3 jaar garantie gegeven. Hoewel het degelijke producten betreft, komen garantiegevallen regelmatig voor. De voorziening is berekend op basis van ervaringscijfers uit de afgelopen jaren.

 

Mag Konings fiscaal deze voorziening op zijn balans opnemen? Motiveer het antwoord.

Ja, omdat er een reële kans bestaat dat in de toekomst kosten moeten worden

gemaakt die hun oorsprong vinden in feiten en omstandigheden die zich in een

periode voorafgaand aan de balansdatum hebben voorgedaan. De garantiegevallen komen regelmatig voor en de omvang van de voorziening is gebaseerd op recente ervaringscijfers. De voorziening is toegestaan.

Antwoord indienen
feedback
Vraag 13

Aannemersbedrijf Rotsvast heeft op balansdatum, 31 december 2023, de hieronder vermelde projecten onderhanden.
Geef per project de fiscale waardering.

30 woningen. De aanneemsom is € 100.000 per woning, de bouwkosten zijn € 90.000 per woning. Op 31 december 2023 zijn 16 woningen gereed, de sleutels zijn in december 2023 overhandigd aan de toekomstige bewoners. De overige 14 woningen verkeren nog in de afbouwfase. De in 2023 gemaakte bouwkosten voor deze 14 woningen zijn € 800.000.

30 woningen:
Er is sprake van deelopleveringen. Van de 30 woningen zijn er 16 opgeleverd. Met de overhandiging van de sleutels is fiscaal het opleveringsmoment aangebroken. De winst op de 16 woningen moet volledig worden genomen. De overige 14 zijn onderhanden en worden gewaardeerd volgens de regels van art. 3.29b Wet IB, een deel van de winst die is toe te rekenen aan het onderhanden werk moet dus worden opgenomen in de winst.

De renovatie van een plaatselijke kerk is op 31 december 2023 halverwege. Het project is aangenomen voor € 300.000. Inmiddels is al € 140.000 aan bouwkosten gemaakt. Verwacht wordt dat de voltooiing van het project nogmaals € 260.000 kosten zal vergen.

De renovatie van de plaatselijke kerk:

Het voorzichtigheidsprincipe verplicht om op balansdatum rekening te houden met verliezen. Dit betreft zowel de gerealiseerde als de te verwachten verliezen op een aangenomen project. Het totale project gaat, op basis van de beschikbare cijfers, een verlies opleveren van € 100.000. Het onderhanden werk moet worden gewaardeerd op € 150.000, zijnde 50% van de aanneemsom. De aannemer mag op zijn balans op grond van het voorzichtigheidsbeginsel van het goed koopmansgebruik een voorziening van € 100.000 opnemen in verband met  het te verwachten verlies.

Antwoord indienen
feedback
Vraag 14

Ondernemer Felix Groen koopt op 2 januari 2023 een herenhuis in Haarlem. Op de benedenverdieping begint hij een boekhandel. De bovenverdieping, die bereikbaar is via een voordeur naast de winkel, richt hij in als zijn woning. Hij gaat zelf op de bovenverdieping wonen. De woning en de winkel staan niet in verbinding met elkaar.

Geef aan hoe Felix het aangekochte pand moet etiketteren. Motiveer het antwoord.

Er is sprake van een gesplitst pand. De winkel is verplicht ondernemingsvermogen. Met betrekking tot het woongedeelte geldt het volgende:

  • Als het woongedeelte uitsluitend voorziet in de woonbehoefte van de ondernemer zelf en niet of slechts in geringe mate dienstbaar is aan de onderneming, is sprake van verplicht privévermogen.
  • In alle andere gevallen is sprake van keuzevermogen.

De aankoopprijs van het herenhuis is € 450.000, inclusief € 60.000 voor de ondergrond. Van beide bedragen kan eenderde aan de winkel worden toegerekend.

Voordat Felix Groen de benedenverdieping in gebruik neemt, laat hij deze voor € 40.000 verbouwen. Het pand wordt op 1 mei 2023 in gebruik genomen. De restwaarde van de benedenverdieping is € 20.000, zijnde de waarde van de grond. De normale jaarlijkse afschrijving is 3%.

 

Bereken de fiscale waarde van de benedenverdieping per 31 december 2023.

De waarde ten tijde van koop € 150.000
Bij: verbouwingskosten –   40.000
  € 190.000
Af: restwaarde (1/3 van € 60.000) –   20.000
  € 170.000

 

Afschrijving 8/12 × 3% × € 170.000 = € 3.400
Boekwaarde per 31 december: € 190.000 –/– € 3.400 = € 186.600

Felix Groen wil in 2023 € 45.000 extra afschrijven op het winkelgedeelte.

 

Is die extra afschrijving fiscaal toegestaan? Motiveer het antwoord.

Ja, omdat Felix starter is mag hij fiscaal willekeurig afschrijven op het pand. Art. 7 lid 1 Uitv.reg. WA.

Bereken het bedrag aan investeringsaftrek waarop Felix recht heeft.

Het bedrag aan investeringsaftrek waar Felix recht op heeft:

 

Koopprijs winkelgedeelte € 150.000
Bij: verbouwingskosten –   40.000
  € 190.000
Af: evenredig deel grond –   20.000
Investeringsaftrek over € 170.000

 

De berekening van de investeringsaftrek (art. 3.41 Wet IB) is als volgt:
€ 17.841 –/– € 3.931 (7,56% van € 52.009) = € 13.910.

Antwoord indienen
feedback
Vraag 15

Ondernemer Jansen heeft een personenauto. De cataloguswaarde van deze auto is € 30.000. De totale autokosten zijn op jaarbasis € 16.000. Jansen rijdt met de auto jaarlijks 25.000 kilometers, gesplitst als volgt:

 

reizen woning-werk 5.000 km
zakelijke ritten 12.000 km
privéritten 8.000 km

Stel dat de auto tot het ondernemingsvermogen behoort. Welk bedrag kan Jansen ten laste van zijn winst uit onderneming brengen? Geef een gespecificeerde berekening.

€ 16.000 –/– € 6.600 (22% van € 30.000) = € 9.400 (art. 3.20 Wet IB). Bij een volledig elektrische auto is de bijtelling 16% van de catalogusprijs tot en met € 30.000. Voor het deel van de catalogusprijs boven € 30.000 is de bijtelling 22% (art. 3.20 lid 2 Wet IB).

Stel dat de auto tot het privévermogen behoort. Welk bedrag mag Jansen dan in mindering brengen op zijn winst uit onderneming?

17.000 × € 0,21 = € 3.570 (art. 3.17 lid 1 letter b Wet IB).

Antwoord indienen
feedback
Vraag 16

Ferry Gerritsen heeft sinds 2013 een fietsenspeciaalzaak, genaamd Specialferry in Arnhem. Ferry is getrouwd met Sonja Timmers. Sonja werkt in loondienst als serveerster bij café-restaurant Ons Genoegen. Ook helpt Sonja Ferry met zijn administratie. Op jaarbasis heeft Sonja in 2023 aan die administratie 800 uren besteed en daarvoor geen vergoeding ontvangen.

Ferry en Sonja wonen boven de fietsenzaak. Het pand is eigendom van hen. Het woongedeelte is uitsluitend bereikbaar via de winkel. Zowel het ondernemingsals het woongedeelte behoren tot het ondernemingsvermogen van Ferry. De WOZ-waarde van het pand is € 340.000. Hiervan is € 200.000 aan het ondernemingsgedeelte toe te rekenen en € 140.000 aan het woongedeelte. De waarde in het economisch verkeer van het pand is in 2023 € 300.000.

Op grond van welk wetsartikel moet Ferry rekening houden met onttrekking wegens privégebruik van het woongedeelte?

Art. 3.19 Wet IB.

Geef een berekening van het bedrag dat hij in zijn aangifte over 2023 moet vermelden.

€ 140.000 × 1,20% = € 1.680.

In 2023 heeft Ferry het pand grondig laten opknappen; de aannemer heeft de verbouwing op 1 juli 2023 voltooid. De nota van de aannemer was € 86.000; hiervan is de helft toe te rekenen aan het woongedeelte en de andere helft aan het ondernemingsgedeelte. Van de nota is € 36.000 aan te merken als onderhoudskosten en de rest, € 50.000, als verbeteringskosten. De levensduur van de verbeteringskosten is 40 jaar.

 

Welk bedrag aan onderhoudskosten moet in het jaar 2023 ten laste van de winst worden gebracht? Motiveer het antwoord.

Het volledige bedrag van de onderhoudskosten, € 36.000, is aftrekbaar van de winst in het jaar 2023, omdat het gehele pand ondernemingsvermogen is.

Welk bedrag aan verbeteringskosten mag op de balans per 1 juli 2023 worden geactiveerd?

Alle verbeteringskosten, € 50.000, moeten geactiveerd worden op de balans omdat het gehele pand ondernemingsvermogen is.

Geef een berekening van het bedrag van de afschrijving over het jaar 2023 over de verbeteringskosten.

De afschrijvingskosten die ten laste van de winst komen zijn: (€ 50.000 : 40) × 6/12 = € 625.

In oktober 2023 neemt Ferry een nieuwe fiets uit de voorraad van Specialferry. De fiets is bestemd voor Sonja om mee naar haar werk te rijden. De inkoopprijs van de fiets is € 1.200 en de verkoopprijs € 1.950. Ferry stelt dat deze onttrekking aan de voorraad reclame-uitgaven zijn, omdat hij op het achterspatbord een sticker heeft geplakt waaruit blijkt dat de fiets van hem afkomstig is. Dit laatste doet hij op alle door hem verkochte fietsen.

 

Is de onttrekking van de fiets aan te merken als reclamekosten? Motiveer het antwoord.

Nee. De onttrekking van de fiets is niet aan te merken als een uitgave voor reclamekosten. De onttrekking gebeurt om Sonja dagelijks van haar woning naar haar werk te laten fietsen, dit is een privémotief. Dat er een sticker op het achterspatbord zit, doet hier niet aan af.

Wat is de invloed van de onttrekking op de fiscale winstberekening?

De onttrekking moet worden gesteld op de inkoopprijs, dit is € 1.200.

De winst is, na de toevoeging aan de fiscale oudedagsreserve, over 2023 € 64.000.

 

Op welke ondernemersfaciliteiten kan Ferry in het jaar 2023 een beroep doen?

Ferry heeft recht op:

  • zelfstandigenaftrek (art. 3.76 Wet IB);
  • meewerkaftrek (art. 3.78 Wet IB);
  • MKB-winstvrijstelling (art. 3.79a Wet IB).

Geef een gespecificeerde berekening van het bedrag dat Ferry als belastbare winst in zijn aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2023 moet opnemen.

Winst   € 64.000
Af: zelfstandigenaftrek € 5.030  
Meewerkaftrek 1,25% van € 64.000 = – €    800
 
  –   5.830
    € 58.170
Af: MKB-winstvrijstelling 14% =  –   8.144
Belastbare winst uit onderneming   € 50.026
Antwoord indienen